Mijn vriend in minnelijk traject, ik schuldenvrij

Started by UL1990, Jan 27, 2015, 02:24 PM

Previous topic - Next topic

UL1990

Hallo allemaal!

Ik heb een vraag.

Momenteel woon ik samen met mijn vriend, hij heeft schulden en zit in de schuldsanering. Ik ben bijna afgestudeerd en loop nog twee weken stage. Door mijn stagevergoeding en studiefinanciering is zijn uitkering naar 340 euro per maand gegaan. Omdat dit te laag is, is de minnelijke schuldsanering nog niet opgestart omdat er onvoldoende geld was van hem om in te houden.

Ik vraag me af hoe het zit met zijn schuldhulp als ik straks afgestudeerd ben en dus werkloos (werkzoekende). Dan krijgen we als het goed is gezinsuitkering. Kan dan van dat bedrag wel ingehouden?

En stel als ik eerder een baan vindt dan hij, dan krijg ik salaris. Hij niet. Ik word dan gezien als diegene die 'het gezin' onderhoud en hij krijgt dan niks toch? Dus dan wordt hij uit het traject gezet? (omdat ze van mij officieel geen geld mogen inhouden, we hebben geen gemeenschap van goederen e.d.)
Of hoe wordt dit aangepakt? Ik weet het onze situatie is niet slim, maar ik neem aan dat wij niet het enige stel zijn die in zo'n situatie samenwonen :-)

Alvast bedankt voor jullie antwoord.

PS: zijn er hier mensen die samenwonen in zo'n situatie?

Groet,

Uline

Boeddha

Ten eerste welkom UL1990.

Helaas zijn of gaan de regelingen veranderen qua schuldsanering. Was het vroeger zo (verleden jaar nog) dat het geen probleem was als er een partner niet in de schuldsanering zat, dat is vanaf januari anders.

Een stukje uit het rapport:

"Bestaat gemeenschap van goederen, maar is slechts één van de partners toegelaten tot de Wsnp, dan valt het inkomen van beide partners in de boedel (artikel 63 Faillissementswet, overeenkomstig van toepassing via artikel 313 van dezelfde wet). De berekening maakt daarom in deze situatie geen onderscheid tussen “één in de regeling” of “beiden in de regeling”. De partner die onder de Wsnp valt, dient aan de boedel af te dragen het verschil tussen de gezamenlijke inkomens en het berekende vtlb. "

Er staat hier WSNP, maar dat is ook het Minnelijke (die houden ook het recofa rapport aan)

Be strong, have faith!

UL1990

#2
Bedankt voor je antwoord :)

Dus dat betekent dat als ik een salaris krijg, zijn uitkering vervalt en dat dan van mijn salaris het VTB wordt berekent? Het is dus niet zo dat zijn schuldsanering stop omdat hij niets verdient?
Desalniettemin is hij ook op zoek naar een baan natuurlijk, het fijnst zou zijn als hij eerder een baan krijgt dan ik, maar dat kan je niet voorzien.

PS: we hebben geen gemeenschap van goederen, we zijn niet getrouwd, er staat niks op gezamenlijke naam..

tuthola

Boeddha ik begrijp de uitleg niet zo goed kun je het op een makkelijkere manier uitleggen ? ik begrijp eruit dat als je als niet schuldige veel meer moet  meebetalen dan voorheen ??

UL1990

Quote from: tuthola on Jan 27, 2015, 07:40 PM
Boeddha ik begrijp de uitleg niet zo goed kun je het op een makkelijkere manier uitleggen ? ik begrijp eruit dat als je als niet schuldige veel meer moet  meebetalen dan voorheen ??

Wat ik begrijp is dat Boeddha in het bericht stelt dat er geen onderscheid wordt gemaakt of de partners beide in de schuldsanering zitten of alleen één van de partners.
Maar ik en mijn partner wonen alleen samen, we zijn niet getrouwd, hebben geen gemeenschap van goederen etc.

Boeddha

In artikel 3, waarnaar in deze bepaling verwezen wordt, is te lezen dat onder echtgenoten of geregistreerde partners, ook ongehuwd/ongeregistreerd samenwonenden, samenwonende broers of zussen, vriendinnen, etc. vallen, wanneer een gezamenlijke huishouding bestaat en dus sprake is van wederzijdse verzorging.
Hieronder vallen niet:
1. Woningdelers (zonder gezamenlijke huishouding).
2. De persoon die een gezamenlijke huishouding voert met een bloedverwant in de eerste graad (bijvoorbeeld moeder en zoon).
3. Bloedverwanten in de tweede graad, waarbij een van de bloedverwanten een zorgbehoefte heeft.
Als de schuldenaar aanspraak maakt op de norm voor echtgenoten, zal hij desgevraagd aan moeten tonen dat een gezamenlijke huishouding met wederzijdse verzorging bestaat.
Bij een gemeenschap van goederen kan worden volstaan met één vtlb-berekening; de inkomens van beide partners worden bij elkaar opgeteld.
Bestaat gemeenschap van goederen, maar is slechts één van de partners toegelaten tot de Wsnp, dan valt het inkomen van beide partners in de boedel (artikel 63 Faillissementswet, overeenkomstig van toepassing via artikel 313 van dezelfde wet). De berekening maakt daarom in deze situatie geen onderscheid tussen “één in de regeling” of “beiden in de regeling”. De partner die onder de Wsnp valt, dient aan de boedel af te dragen het verschil tussen de gezamenlijke inkomens en het berekende vtlb.
Bestaat geen gemeenschap van goederen en is de Wsnp van toepassing op beide echtgenoten, dan wordt voor iedere echtgenoot een afzonderlijke berekening gemaakt. Het gedeelte van het inkomen boven het vtlb valt immers in verschillende vermogens. Hierbij geldt de berekening van de toepasselijke bijstandsnorm voor echtgenoten. Wel moet, zoals hierna aangegeven onder 3.1.5, het uiteindelijk bepaalde vtlb van echtgenoot A in mindering worden gebracht op de voor echtgenoot B geldende beslagvrije voet en omgekeerd tot maximaal de helft van de beslagvrije voet.

In UL1990 d'r geval zal het betekenen dat haar inkomen buiten beschouwing gelaten wordt.

Be strong, have faith!

UL1990

Quote from: Boeddha on Jan 28, 2015, 10:34 AM
In artikel 3, waarnaar in deze bepaling verwezen wordt, is te lezen dat onder echtgenoten of geregistreerde partners, ook ongehuwd/ongeregistreerd samenwonenden, samenwonende broers of zussen, vriendinnen, etc. vallen, wanneer een gezamenlijke huishouding bestaat en dus sprake is van wederzijdse verzorging.
Hieronder vallen niet:
1. Woningdelers (zonder gezamenlijke huishouding).
2. De persoon die een gezamenlijke huishouding voert met een bloedverwant in de eerste graad (bijvoorbeeld moeder en zoon).
3. Bloedverwanten in de tweede graad, waarbij een van de bloedverwanten een zorgbehoefte heeft.
Als de schuldenaar aanspraak maakt op de norm voor echtgenoten, zal hij desgevraagd aan moeten tonen dat een gezamenlijke huishouding met wederzijdse verzorging bestaat.
Bij een gemeenschap van goederen kan worden volstaan met één vtlb-berekening; de inkomens van beide partners worden bij elkaar opgeteld.
Bestaat gemeenschap van goederen, maar is slechts één van de partners toegelaten tot de Wsnp, dan valt het inkomen van beide partners in de boedel (artikel 63 Faillissementswet, overeenkomstig van toepassing via artikel 313 van dezelfde wet). De berekening maakt daarom in deze situatie geen onderscheid tussen “één in de regeling” of “beiden in de regeling”. De partner die onder de Wsnp valt, dient aan de boedel af te dragen het verschil tussen de gezamenlijke inkomens en het berekende vtlb.
Bestaat geen gemeenschap van goederen en is de Wsnp van toepassing op beide echtgenoten, dan wordt voor iedere echtgenoot een afzonderlijke berekening gemaakt. Het gedeelte van het inkomen boven het vtlb valt immers in verschillende vermogens. Hierbij geldt de berekening van de toepasselijke bijstandsnorm voor echtgenoten. Wel moet, zoals hierna aangegeven onder 3.1.5, het uiteindelijk bepaalde vtlb van echtgenoot A in mindering worden gebracht op de voor echtgenoot B geldende beslagvrije voet en omgekeerd tot maximaal de helft van de beslagvrije voet.

In UL1990 d'r geval zal het betekenen dat haar inkomen buiten beschouwing gelaten wordt.

Mijn inkomsten worden buiten beschouwing gelaten. Als ik eerder een baan krijg dan hij, dan ben ik de hoofdverdiener en krijgt hij geen uitkering meer. Of terwijl dan kan hij ook geen schulden aflossen. Nou dan is dat ook 'opgelost'. Ik moet maar verhuizen dan in dat geval.

tuthola

Dank je boeddha ik begrijp het nu beter :-)