door Jan-Willem Navis
DEN HAAG - De zorgverzekeraars krijgen de wind van voren uit de Tweede Kamer als die vandaag de begroting van het ministerie van Volksgezondheid behandelt. Gebrek aan openheid, torenhoge reclamekosten en onnodig hoge reserves maken dat veel partijen drastische veranderingen willen.
Vanaf 2016 krijgen de verzekeraars veel meer inkoopmacht, omdat de wet die vrije artsenkeuze regelt wordt aangepast. Daarop vooruitlopend zijn er nu al budgetpolissen op de markt, waarmee bepaalde zorg alleen volledig wordt betaald als een patiënt naar een ziekenhuis gaat waarmee de verzekeraar een contract heeft. De inkoop van die zorg door de verzekeraars wordt met argusogen gevolgd. Zorgverleners klagen over wurgcontracten, burgers over te hoge kosten.
Zelfs regeringspartij VVD, de grootste voorstander van het Nederlandse stelsel van private zorgverzekeraars, maakt zich ongerust over het snel verslechterende imago van de sector. "Het stelsel wordt kwetsbaar als alle onvrede op hun bordje terechtkomt."
Regeringspartijen VVD en PvdA willen dat de verzekeraars transparanter worden over de besteding van premiegeld en de manier waarop ze zorg inkopen. Dat moet volgens de PvdA door een compleet nieuwe manier van werken. Nu staat vaak nog het ziekenhuis centraal, waar veel zorg wordt ingekocht. "Terwijl de verzekeraar er is voor de patiënt", zegt sociaaldemocraat Bouwmeester. Ze wil dat de patiënt de hoofdpersoon wordt voor verzekeraars. Die moeten helpen bij het selecteren van de beste arts en zich dienend opstellen, in plaats van op arrogante toon "uitleggen hoe de zorg in elkaar zit", vindt de PvdA-politica.
Oppositiepartijen willen drastischer ingrijpen. De PVV vindt dat per verzekerde 250 euro teveel reserve is opgepot, de SP wil terug naar het ziekenfonds dat tot 2006 bestond.