Ha Gewoon en anderen met interesse

Ik weet niet of het me lukt om de schematische tekening van het oog hierbij te leveren. Ik ga mijn best doen.
Die tekening geeft meer begrip van het verhaaltje dat ik hieronder zal vertellen. Het gaat over het oog en als het je interesseert wil ik om te beginnen vragen om het oog als een flexibel lenzenstelstel te beschouwen; een piepklein prachtig instrumentje waarmee beelden (lichtstralen) worden opgevangen en doorgegeven aan de hersenen. Een lenzenstelsel breekt het licht en bundelt het, waardoor een brandpunt ontstaat, daar waar alle lichtstralen bij elkaar komen. Wie heeft er niet als kind met een sterke plus-lens fikkie gestookt? Je bundelt het felle zonlicht, legt een papiertje op het brandpunt en voilá: vuur! Het oog is een lenzen stelsel met een gemiddelde sterkte van ongeveer +13 en een lengte van ongeveer 10 mm. Daarbij keren menselijke ogen het beeld om, hetgeen weer door de hersenen wordt rechtgezet. Als ik ermee bezig ben, zoals nu, ben ik nog steeds in opperste staat van verwondering.
Licht komt in een paralelle bundel in het oog. Licht van de zon, maar ook weerkaatst licht van de dingen om ons heen. Die paralelle bundel wordt, eenmaal in het oog, gebroken en in duizenden kleine puntjes of kringetjes beland het licht op het netvlies. Als de gebroken lichtstralen bij elkaar komen in een puntje op het netvlies, zullen de netvliescellen een scherp puntje doorgeven aan de hersenen. Vele kleine puntjes maken een scherp beeld van onze omgeving.
Nu komen we aan het probleem waar Gewoon het over heeft: wazig zicht. Als de lichtbundel in het oog te veel of te weinig gebroken word, ontstaat er een scherp puntje vóór of achter het netvlies. Zo valt te begrijpen dat hetgeen op het netvlies valt, dat dus wordt doorgegeven aan de hersenen, wazig zal zijn.
Valt het puntje achter het netvlies dan is ons oog in staat (soepelheid van vele oogspiertjes) om de sterkte van het stelsel dusdanig te veranderen (de lens wordt boller) dat het beeld toch scherp wordt doorgegeven. Mensen met deze vormafwijking zijn verziend (zien in de verte wel scherp) en merken op jonge leeftijd vaak weinig van de afwijkende werking van hun ogen. Als dit wel gaat opvallen (symptomen zijn vaak hoofdpijn, vermoeide ogen, soms ook dubbelzien) komt vaak uit de meting een bril/contactlenzen rollen met plussterkte. De plussterkte ondersteunt het oog, waardoor dat niet meer zoveel moeite hoeft te doen om scherp te zien. Het vermogen van het oog om de sterkte meer plus te maken noemen we accommodatie; dit is gemaakt voor het dichtbij goed kunnen zien en wordt bij mensen met deze afwijking vaak al op jonge leeftijd gebruikt om ook in de verte goed te kunnen zien. Als je jong bent, kost dat weinig moeite, bij het ouder worden (minder flexibel worden) wordt dit lastiger.
Ogen waarbij het puntje vóór het netvlies valt, noemen we bijziend (dichtbij wel goed zien, verder weg wordt het wazig). Deze afwijkende werking valt vaak al op terwijl de persoon nog jong is. Om te beginnen bij een schoolbord bijvoorbeeld. Als de afwijking klein is (ter vergelijking: als het puntje 0.8 mm voor het netvlies valt, kan degene tot op 50 cm nog scherp zien) kunnen ogen dit vaak nog compenseren door spleetjes van de oogleden te maken of te trainen. De sterkte van een bril voor iemand die tot op 50 cm van het oog af nog wel scherp ziet is rond de -2.00.
Je kunt uit dit verhaal misschien ook afleiden dat een oog altijd zal 'proberen' een scherp beeld door te geven. Lukt dit niet door bijvoorbeeld omstandigheden (slecht licht), gebrek aan flexibiliteit (leeftijd) of eenvoudigweg een verkeerde bouw van het oog (te klein of te groot, grof weefsel van het netvlies en vele andere oorzaken) dan is wazig zien ons deel.
Gelukkig hebben we de wetenschap van optiek om ons te helpen daarbij. Zo beschouwd kun je dus een bril of contactlenzen vergelijken met een kruk. Door de kruk kun je wél lopen en door de lenzen kun je tóch scherp zien. Dankzij de hulpmiddelen dus.
Om de vergelijking door te trekken: als zenuwbanen, bloedtoevoer, spieren of andere dingen niet in orde zijn, helpt een kruk niet. Als in het oog zulke dingen 'defect' zijn, helpt een bril dus niet, krijg je daardoor dus niet opeens scherp zicht. Niet alles is operabel of vervangbaar. Ter vergelijking als een been er helemaal niet is, kan een prothese worden aangemeten en kan een mens soms toch redelijk normaal lopen. Als een ooglens troebel is kan die tegenwoordig door operatie vervangen worden door een kunstlens (=prothese) en ontstaat er helder zicht. (Knibbel!

) Mits er geen andere dingen 'defect' zijn natuurlijk. Zoals gezegd: niet alles is operabel. Het oog was tot voor kort (10-15 jaar geleden) lang niet zo goed te opereren als nu het geval is met de moderne medische technieken.
Even om terug te komen op de vraag van Gewoon. Als een oog wat ouder is gaat er veelal wat vocht verloren. Bij sommige ogen wordt de lens dan troebel, door uitdroging van het lensmateriaal. Soms ook worden de weefsels dunner in het oog en krijgt het dus een andere vorm (korter, kleiner). Zoals bijvoorbeeld ook huid en haren dunner kunnen worden. Als we het plaatje van het oog weer voor onze geest halen, dan kun je begrijpen dat ook de afstand/sterkte van het lenzenstelsel in het oog een beetje kan veranderen op zo'n moment.
Was nu bijvoorbeeld het lenzen stelsel van het oog plus 2 teveel, waardoor een bril van -2.00 gedragen moest worden voor optimaal scherp zicht, dan kan het op latere leeftijd zo zijn dat de afstanden in een oog enkel tienden van millimeters veranderen (ter herinnering: 0,1 mm vertaald zich in een sterkte van 0.25 dioptrie). Dus daar kan verbetering van zicht vandaan komen op latere leeftijd. Iets anders is ook, dat jouw ogen, Gewoon, al drie jaar gewend zijn om het maximaal haalbare aan scherpte te genereren (onbewuste training), dus jouw ogen zijn door het gebrek aan een bril erg flexibel gebleven.
En tenslotte is er ook nog iets anders. Misschien heb je van je oogafwijking niets gemerkt omdat jouw oog-activiteit zich in een beperkt gebied heeft afgespeeld, wellicht dichtbij je ogen. Een professionele chauffeur bijvoorbeeld, wiens ogen zeer veel uren per dag op veraf zijn ingesteld, zal bij gebrek aan deze bril aan het eind van de dag doodop zijn. Terwijl jij misschien niet genoodzaakt bent geweest om lang en veel in de verte te kijken (waarin zich jouw slechte zicht bevindt).
En dan nog iets: misschien weet jij eenvoudigweg ook precies wat er op dat bord staat en heb je nooit zo bewust op dat bord gelet de afgelopen jaren.
Dus: misschien komt dit door je leeftijd, je kijk-werkzaamheden, training en bewustwording!

Ik ben benieuwd Gewoon, wat er uit de meting komt. Maar dat laat je, jou 'kennende', wel even weten hier.